De cursusinhoud van SCMO biedt u een brede waaier van verschillende technieken aan, die de therapeut gemakkelijk kan aanpassen aan de noden van de patiënt. Onderstaande technieken en disciplines komen aan bod:
Osteopathie
-
Algemene principes van de osteopathie
-
Primaire en secundaire laesies en mechanische ketens
-
Laesionele etiologie en pijnetiologie
-
Laesionele mechanismen
-
Palpatoire en biomechanische diagnosetesten
-
Articulaire normalisatietechnieken (directe, indierecte, myotensieve en translatietechnieken + technieken van Mitchell en Sutherland)
-
Kinesiologie van Goodheart
-
Kliniek van de orthopedische vertebrale laesies
-
Neuro-musculaire technieken
Manuele therapie
-
Het aanleren van het manueel therapeutisch onderzoek en het leren verbanden leggen tussen anatomie, biomechanica en fysiologie
-
Aanvullend onderzoek t.h.v. spieren gewrichten, bindweefsel en zenuwstelsel
-
Analyseren van bewegings- en houdingspatronen
-
De manuele behandelingstechnieken omvatten o.a. mobilisaties, zachte manipulaties, neurogene mobilisaties, strechtechnieken en dergelijke meer
Kinesiologie
-
Afzonderlijke module Applied Kinesiology waarbij de nadruk ligt op de kinesiologie als onderzoeksmethode in de verschillende facetten van het lichaam
-
Aanleren van de basistechnieken kinesiologie met het oog op een doorgedreven differentiaal onderzoek
-
Binnen elke module komen de kinesiologische technieken van Goodheart aan bod
Myofasciale therapie
-
De nadruk ligt op het aanleren van myofasciale release technieken d.m.v. inspiratoire en expiratoire apnees
-
Algemene ontspanningstechnieken als voorbereiding op manipulatieve technieken
-
In elke module komen specifieke technieken voor die bepaalde regio aan bod
Viscerale technieken
-
Viscerale bewegingsfysiologie
-
Topografische palpatoire anatomie
-
Definitie van viscerale dysfuncties
-
Viscerale diagnose via percussie, dermalgia van Jarricot, differentiële kinesiologie en test van Barral
-
Behandeling van het diafragma
-
Directe ligamentaire en fasciale viscerale technieken
Methodiek van Dejarnette
-
Deze opleiding/techniek komt op het einde van het 2de jaar aan bod en omvat de implementatie van alle eerder aangeleerde technieken tot één geheel
-
De behandelingen van Dejarnette bevatten zowel de manuele, osteopatische, chiropraktsiche, viscerale als kinesiologische technieken in een wel bepaald schema
-
Dankzij het behandelingsschema van Dejarnette is de therapeut in staat om zijn/haar patiënt in z’n totaliteit en dus niet symptomatisch te behandelen
-
De stijgende en dalende kettingen van Dejarnette vormen het einddoel van deze opleiding
SCMO heeft als enige in België al deze technieken in één programma verzameld. Hierdoor kunt u een sportletsel, een letsel van de centrale wervelkolom of een perifeer letsel in zijn totaliteit behandelen rekening houdend met alle aspecten van het menselijke lichaam.
Al deze opleidingen hebben uiteraard hun waarde op zich en het is zeker niet de bedoeling om afbreuk te doen aan deze afzonderlijke opleidingen.
Het is echter ook zo dat deze afzonderlijke opleidingen de kinesitherapeut telkens in een bepaalde richting sturen zonder rekening te houden met andere invalshoeken. Vaak delen bijvoorbeeld osteopaten en manueel therapeuten niet dezelfde mening als het gaat over “de juiste manier” om lumbale rugklachten te behandelen. Nochtans zou de patiënt hierin moeten centraal staan en is de vraag “Hoe kan ik mijn patiënt meer comfort bieden” belangrijker dan “Welke techniek is nu de beste?”. M.a.w. voor de patiënt primeert de pijnverlichting en het comfort en is de manier waarop dit gebeurt voor hem/haar minder belangrijk.
Bovendien vraagt elke opleiding op zich een grote inspanning. Niet alleen dient de kinesitherapeut vaak enkele jaren na elkaar een bepaalde opleiding te volgen, maar vraagt het studeren van theoretische cursussen ook een grote inspanning.
Na afloop van de volledige opleiding volgt er een praktisch examen over alle onderzoeks- en behandelingstechnieken van het eerste en tweede jaar.
Alle collega's die slagen voor dit praktische examen krijgen een vermelding voor 1 jaar op de pagina van de Erkende Therapeuten.
Alle modules zijn praktijkgericht met een verhouding van 80% praktijk - 20% theorie en vormen telkens een afgewerkt geheel zodat elke kinesitherapeut(e) de geziene leerstof onmiddellijk in zijn/haar praktijk kan toepassen.
De modules worden aangevuld met online courses en presentaties.
Data en locaties kunnen door de organisatie ten alle tijde gewijzigd worden.
Indien in de loop van de cursus één of meerdere modules gemist hebt, kan u deze op een andere datum opnieuw bijwonen met een andere groep.